Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht: afwijzing aanvraag bijzondere bijstand verhuis- en inrichtingskosten (uitspraak Centrale Raad van Beroep oktober 2015).

Tijdens een verblijf van een paar weken in het ziekenhuis hebben buurtbewoners de ramen van appellante ingegooid, waardoor zij naar een opvanghuis is gegaan. Daarna heeft zij een nieuwe huurwoning gekregen. In verband met deze verhuizing heeft appellante bijzondere bijstand aangevraagd in verband met verhuis- en inrichtingskosten. Deze aanvraag werd door de gemeente afgewezen met de argumentatie dat deze kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

Appellante voerde bij de Centrale Raad van Beroep aan dat haar verhuizing niet voorzienbaar was. De verhuizing naar haar ziekenhuisopname moet worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. De langdurige inschrijving hield geen verband met concrete verhuisplannen.

De Raad oordeelt dat de kosten van een verhuizing en inrichting van een woning tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan worden gerekend. Die kosten dienen in beginsel te worden betaald uit het inkomen, door middel van reservering of door gespreide betaling achteraf. Dit kan anders zijn als sprake is van bijzondere omstandigheden. In deze zaak ging het niet over de vraag of de kosten waarvoor bijzondere bijstand was aangevraagd in de situatie van appellante noodzakelijk waren. Partijen waren verdeeld over de vraag of bij appellante sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten.

Uit de gedingstukken is gebleken dat de woning is verkregen op grond van de inschrijfduur en niet vanwege een urgentieverklaring. Dat de verhuizing onvoorzienbaar was is onvoldoende onderbouwd. Appellante heeft niet aangetoond dat de vernielingen in haar woning een onmiddellijke verhuizing noodzakelijk maakten. Bovendien is niet aannemelijk gemaakt dat een krantenartikel over mensen die zich uit voorzorg inschrijven als woningzoekende, maar feitelijk niet op zoek zijn naar een andere woning, op haar situatie van toepassing is. Het verzoek tot bijzondere bijstand werd daarom afgewezen.

Lars Hoksbergen staat cliënten bij in procedures over bijstandszaken.

 

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht

Meer mensen in de bijstand ondanks herstel arbeidsmarkt

Het aantal mensen met een bijstandsuitkering is in de eerste twee kwartalen van 2015, ondanks het herstel op de arbeidsmarkt, toegenomen.

Wel vlakte de groei van het aantal bijstandsontvangers af ten opzichte van 2014, zo maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bekend.  Eind juni 2015 waren er in Nederland 447.000 bijstandsgerechtigden, vijfduizend meer dan in het voorgaande kwartaal.

In de eerste twee kwartalen van dit jaar nam het aantal uitkeringen toe met 4 procent,  in 2014 was dit nog ruim 6 procent en nog een jaar eerder bedroeg de groei 8 procent.

Bron: www.nu.nl

Posted in Geen categorie | Leave a comment

WSNP

WSNP

Een aanvraag om tot de WSNP toegelaten te worden slaagt niet altijd. Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in oktober 2015 zich over een dergelijke zaak gebogen. De aanvraag was niet volledig. Op de schuldenlijst stonden niet alle schulden vermeld en waren de onderliggende stukken niet aanwezig. Stukken ten aanzien van aflossing en/of deelbetaling en aangifte bij de politie ontbreken bij de aanvraag. Ook speelde psychosociale problematiek een rol.

Bij de aanvraag van een WSNP verzoek is het belangrijk dat een goede documentatie aanwezig is. De schuldenaar moet aannemelijk maken of hij de uit de WSNP regeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen.

In geval van psychosociale problematiek wordt een verzoeker in beginsel alleen toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling indien aannemelijk is dat de problemen al enige tijd beheersbaar zijn. Het gaat er dan om dat de aanvrager zich in maatschappelijk opzicht staande weet te houden en voldoende hulp of een sociaal vangnet aanwezig is. Dat de psychosociale problemen beheersbaar zijn, moet worden bevestigd door een hulpverlener of door een hulpverlenende instantie.

Verzoeker heeft bij het hof aangegeven dat de behandeling bij de psycholoog is afgebroken omdat er te weinig resultaat was. Op grond daarvan kon het hof niet controleren of de psychosociale problemen onder controle zijn. De verklaring van een revalidatiearts is daarvoor ook niet voldoende. Een dergelijke verklaring kan hooguit een indicatie geven dat het thans beter gaat met de aanvrager. Ook de verklaring van de aanvrager ter zitting dat het weer beter ging, is voor het hof onvoldoende om aan te nemen dat de psychosociale problemen onder controle zijn. Dat geldt ook voor de verklaring dat de aanvrager weer hulp van een psycholoog zal zoeken.

Omdat de stukken bij de aanvraag niet volledig waren en voor het hof niet controleerbaar was dat de psychosociale problemen onder controle zijn, heeft het hof de aanvraag tot de WSNP niet kunnen afgeven.

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht: langdurig verblijf buitenland

Een langdurig verblijf in het buitenland kan gevolgen hebben voor de bestandsuitkering. In een recente zaak bij de rechtbank Rotterdam (uitspraak oktober 2015) is dit aan de orde geweest. De gemeente had de uitkering van de belanghebbende gedeeltelijk teruggevorderd en tevens een boete opgelegd. Het verblijf in het buitenland betrof een periode van ruim vijf maanden.

De belanghebbende had de vakantie wel aan de gemeente gemeld, maar heeft het verblijf in het buitenland te lang laten duren. De toegestane duur is immers vier weken. De belanghebbende heeft aangevoerd dat er persoonlijke omstandigheden waren waardoor het verblijf in het buitenland zo lang was. De rechtbank voerde daartegen aan (in lijn met vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep) dat alleen in geval van een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden waarin betrokkene verkeert op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen, zodat het verlenen van bijstand onvermijdelijk is. De belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat daarvan sprake was. De gemeente was daarom terecht overgegaan tot maatregelen. Wel had de gemeente de uitkering voor een te lange periode teruggevorderd omdat de belanghebbende voorafgaand aan de vakantie bij de gemeente melding had gemaakt dat een verblijf in het buitenland in de planning zat. De periode (vier weken) waarvoor toestemming was verkregen, moest om die reden dan ook van de termijn worden afgetrokken.

Wat betreft de door de gemeente opgelegde boete stelde de rechtbank vast dat sprake was van grove schuld waardoor de boete in beginsel op 75% van de benadelingshandeling moet worden vastgesteld. De rechtbank heeft in deze zaak echter een boete van 50% opgelegd omdat rekening is gehouden met de persoonlijks omstandigheden van de belanghebbende. De omstandigheden waren onder meer de aflossing van oude schulden bij de gemeente en gezondheidsklachten op grond waarvan zij is vrijgesteld van de arbeidsverplichtingen.

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht: lijfrente en bijstaand

Vanaf 2016 wordt lijfrentekapitaal beschermd tegen korting op bijstandsuitkering

Staatssecretaris Jette Kleinsma heeft in een brief aan de tweede kamer laten weten dat lijfrentekapitaal vanaf 2016 niet meer hoeft te worden ‘opgegeten’ als men in de bijstand komt.

En dat is goed nieuws voor iedereen die zelf geld opzij gelegd heeft in een lijfrente verzekering of lijfrente bankspaarrekening.

Een lijfrente is een voorziening waarvoor men zelf geld apart zet voor een aanvullend pensioen. Deze voorziening valt in de zogenaamde derde pijler en wordt vooral gebruikt door zelfstandige ondernemers en werknemers met te weinig pensioen. Lijfrente vermogen werd niet beschermd als men in de bijstand terecht kwam. Een eventuele bijstandsuitkering kon door een gemeente gekort worden als men geld opzij had gezet in een lijfrente.

Bron: www.moneywise.nl

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

sociaal zekerheidsrecht

Zoetermeer koploper uitstroom uit bijstand

De gemeente Zoetermeer is voor het vierde jaar achtereen koploper onder de steden met meer dan 100.000 inwoners als het gaat om uitstroom uit de bijstand. Bijna 13 procent van de  bijstandsontvangers ging in 2014 aan het werk. Rotterdam is hekkensluiter. In deze gemeente ging slechts 6 procent van de bijstandsontvangers aan de slag.

Dit meldt het CBS. Ook de gemeenten Ede, Alkmaar, Alphen aan den Rijn en Zaanstad deden het goed wat betreft de uitstroom uit de bijstand. Emmen, Amsterdam, Haarlem, Maastricht en Rotterdam schommelen allemaal rondom de 6 procent uitstroom.

Van de mensen die eind 2013 een bijstandsuitkering ontvingen, vond gemiddeld 8,3 procent in 2014 een baan. Een jaar eerder was dat nog 7,3 procent. Voor de economische crisis lag dit aandeel bijna twee keer zo hoog. Zo vond in 2008 bijna 12 procent en in 2007 nog bijna 15 procent een baan vanuit de bijstand. Sinds 2011 is het aandeel personen die een baan vonden vanuit de bijstand steeds afgenomen. In 2014 is dit aandeel voor het eerst in drie jaar gestegen.

In totaal neemt het aantal mensen in de bijstand nog altijd toe. Hadden in december 2013 413 duizend mensen een bijstandsuitkering, eind 2014 waren dat er 434 duizend. Halverwege 2015 steeg dit aantal door naar 447 duizend.

Bron: www.binnenlandsbestuur.nl

Posted in Geen categorie | Leave a comment

WSNP

WSNP: weigering schone lei

De schuldsaneringsregeling biedt een schuldenaar in een problematische schuldensituatie de mogelijkheid om na drie jaar een schone lei te verkrijgen. Daar staat tegenover een aantal niet lichtvaardig op te vatten verplichtingen. De schuldenaar dient de bewindvoerder te informeren, inkomen boven het vrij te laten bedrag af te dragen en zich aantoonbaar in te spannen om een dienstbetrekking te verkrijgen.

De rechtbank Rotterdam oordeelde in juli 2015 in een zaak waar sprake was van het ontstaan van een nieuwe schuld. De nieuwe schuld was ontstaan omdat de schuldenaar werd verdacht van uitkeringsfraude omdat de inlichtingenplicht niet was nagekomen, waardoor de gemeente overging tot terugvordering van onterecht aan de schuldenaar verstrekte uitkeringsbedragen. De rechtbank oordeelde uiteindelijk in de procedure over de bijstandsfraude dat de schuldenaar fraude had gepleegd waardoor een nieuwe schuld ontstond van meer dan euro 9.000,-.

Het ontstaan van nieuwe schulden tijdens het WSNP traject is in beginsel niet toegestaan. De nieuwe schuld was naar het oordeel van de rechtbank bovenmatig en rechtvaardigt de beëindiging van het WSNP traject zonder schone lei. Bij deze afweging heeft de rechtbank mede gelet op de schending van de inlichtingenplicht jegens de uitkeringsinstantie.

Bovendien was de rechtbank van mening dat de schuldenaar niet volledig had voldaan aan de informatieverplichting en sollicitatieverplichting, hetgeen mede duidelijk was geworden uit de door de bewindvoerder overgelegde halfjaarlijkse verslagen. Het WSNP traject werd op deze gronden beëindigd zonder verlening van de schone lei.

Lars Hoksbergen staat cliënten bij in procedures bij het gerechtshof over WSNP. Voor rechtsbijstand in dergelijke procedures kunt u hem bellen: 038-8504161.

 

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht: weigering bijstand

De rechtbank Rotterdam heeft in oktober 2015 een uitspraak gedaan over de vraag of sprake was van een gezamenlijke huishouding van twee bijstandsgerechtigden. Deze vraag was van belang voor de vaststelling van de hoogte van de bijstandsuitkering, meer in het bijzonder de terugvordering van een deel van de uitkering. De gemeente was van mening dat van een gezamenlijke huishouding sprake was omdat de twee bijstandsgerechtigden beiden hun hoofdverblijf in de woning hadden. In dit verband voerde de gemeente ook aan dat er sprake was van wederzijdse zorg vanwege een bepaalde mate van financiële verstrengeling tussen de betrokkenen die verder gaat dan het delen van de woonlasten en hiermee samenhangende lasten. Een en ander was ook duidelijk geworden naar aanleiding van een huisbezoek.

De betrokkenen zelf hebben aangevoerd dat van het verlenen van wederzijds zorg geen sprake was. Hooguit kon men spreken van incidenteel verleende zorg. Voorts stelde de betrokkenen dat op grond van betaalbewijzen van huur geen sprake kon zijn van wederzijdse zorg.

De rechtbank stelde vast dat de betrokkenen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden, zodat aan het criterium van een gezamenlijke huishouding is voldaan. Tevens bepaalde de rechtbank dat sprake was wederzijdse zorg omdat één betrokkene de woonlasten en hiermee samenhangende lasten betaalde en dat de andere betrokkene gebruik kon maken van de gehele tweekamerwoning en alle daarin aanwezige voorzieningen en dat voor de ander de was werd gedaan en soms ook de maaltijd werd bereid. Dit leverde een voldoende mate van wederzijdse zorg op.

Wat betreft de huurconstructie bepaalde de rechtbank dat hiervan geen sprake was omdat een tweekamerwoning zich niet leent voor zakelijke onderhuur, in lijn met een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De gemeente had daarom op deze gronden terecht de terugvordering ingesteld.

Lars Hoksbergen staat cliënten bij in sociaal zekerheidsrecht procedures, waaronder procedures over bijstand. Voor rechtsbijstand in een zaak over bijstand kunt u hem bellen: 038-8504161.

 

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht

Meer aandacht nodig voor verdringing door bijstandgerechtigden

Gemeenten besteden in hun beleid weinig aandacht aan het voorkomen van verdringing van reguliere arbeid als bijstandsgerechtigden gaan werken met behoud van uitkering. Terwijl zij weten dat de kans op verdringen aanwezig is. De klantmanager heeft hierin een grote vrijheid. Dit leidt tot een grotere kans op ongelijke behandeling binnen een gemeente en op het overschrijden van de grens van wat nog als niet-reguliere arbeid kan worden gezien.

Dit staat in het rapport “Gemeentelijke aandacht voor verdringing door bijstandsgerechtigden” van de Inspectie SZW. Gemeenten kennen diverse re-integratie-instrumenten waarbij bijstandsgerechtigden mogen werken met behoud van een uitkering. Op deze manier vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. Het opdoen van werkervaring in een ‘echte werkomgeving’ wordt gezien als een succesfactor om uiteindelijk weer aan het werk te komen.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Posted in Geen categorie | Leave a comment

Sociaal zekerheidsrecht

Sociaal zekerheidsrecht

Mobiliserende dienstverlening aan jonge werklozen noodzakelijk

De Inspectie SZW constateert dat UWV en gemeenten meer moeten doen om jongeren (18-27 jaar) aan een baan te helpen. Slechts een kwart van de jongeren in de bijstand (Participatiewet) vindt binnen een jaar een baan, bij jongeren met een WW-uitkering is dit tweederde. Een meer activerende uitvoering is volgens de Inspectie vereist.

Dit staat in het eindrapport ‘Buitenspel: De uitvoering voor jongeren in de WW of bijstand’ van de Inspectie SZW. De Inspectie concludeert dat de huidige manier waarop gemeenten en UWV jongeren met een uitkering aan het werk of terug naar school helpen lang niet altijd voldoet aan de eisen die de wetgever daaraan stelt. Dit vormt een risico voor het vergroten van de kansen van jongeren op de arbeidsmarkt.

Zo controleren UWV en gemeenten onvoldoende hoe jongeren zoeken naar een baan. Als er wordt gecontroleerd dan is dit op het aantal sollicitatieactiviteiten. De inhoud en de breedte van de sollicitaties worden heel beperkt getoetst. Vooral jongeren in de bijstand voelen weinig de wettelijke verplichting van het aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid.

Ook bij het opstellen en uitvoeren van het wettelijk verplichte plan van aanpak, doen gemeenten te weinig. In dit plan moeten gemeenten samen met de jongeren afspraken maken over de re-integratie naar werk en of een opleiding. De bij het onderzoek betrokken jongeren geven aan amper op de hoogte te zijn van deze afspraken.

De Inspectie constateert dat UWV voldoende digitale ondersteuning biedt aan jongeren en dat jongeren de werkmap waarderen. Toch maken jongeren niet altijd goed gebruik van de digitale dienstverlening. Een eerste persoonlijk gesprek met de jongere vindt vaak na drie maanden plaats. Tijdens die gesprekken wijzen coaches van UWV de jongeren op de mogelijkheden om effectiever gebruik te maken van digitale ondersteuning. Als gevolg hiervan passen jongeren vaak hun zoekgedrag en cv aan.

De Inspectie stelt verder vast dat sociale diensten voor de re-integratie van jonge uitkeringsge-rechtigden weinig samenwerken met andere organisaties, zoals zorg-, onderwijs- en welzijnsinstellingen, terwijl dit wel tot hun wettelijke taken behoort. In het licht van de decentralisaties naar gemeenten zijn integrale dienstverlening en ketensamenwerking nog belangrijker geworden. Ook stelt de Inspectie vast dat UWV en gemeenten beter moeten samenwerken bij de overgang van jongeren van de WW naar de Participatiewet, zodat jongeren op tijd met de zoekperiode starten en niet onnodig een maand zonder inkomen komen te zitten.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Posted in Geen categorie | Leave a comment